Levensbericht van Pieter Harting.
Levensbericht van Pieter Harting.
Den 27en Februari 1812 werd Harting te Rotterdam geboren, de oudste der Hoogleeraren welke Utrecht aan die stad binnen tien jaren tijds te danken had. Met Loncq, Van Oosterzee en Opzoomer was hij een sieraad der Utrechtsche Hoogeschool en deed hij de Wis- en Natuurkundige Faculteit, gelijk, Loncq de Medische, Van Oosterzee, de gevierde kanselredenaar, de Theologische, en Opzoomer de letterkundige en rechtsgeleerde Faculteit binnen en buiten 's lands met eere noemen.
Hij was aanvankelijk voor den koopmansstand bestemd, maar toen hij nog slechts zeven jaren oud zijnen vader Dirk Harting verloor, vestigde zijne moeder Jeannette Blijdensteyn zich in Utrecht waar hare familie woonde. Aan onderwijs en ontwikkeling werd veel zorg gewijd. Langzamerhand kwam het eerst opgevat plan van bestemming op den achtergrond, want weldra bleken de zonen zulke vorderingen op de lagere scholen te maken, dat de verstandige moeder er toe besloot onzen Harting en zijn broeder Dirk Harting, wier wenschen het meest op weten-
……………………………………DBNL: Zijne wereldbeschouwing was vrij van elk kerkelijk dogma, maar misschien te veel alleen op natuurwetten steunende, voor zoover wij die uit de stoffelijke verschijnselen kennen. Hoe licht is niet de beoefenaar der natuurwetenschappen, gewoon de naar de uitspraken der rede getrokken gevolgtrekkingen bewaarheid te zien, ook geneigd het rechtsgebied der natuur te ver uit te breiden. Hij ontwikkelde die beschouwing in eenige opstellen: Wetenschap en geloof
[p. 172]
115, 122 meer opzettelijk, terwijl vele andere van zijne geschriften denzelfden geest ademden. Wel mocht ook in dezen tijd nog eens zijne verhandeling over het Hypnotisme en Spiritisme 123, 175 herlezen en behartigd worden, omdat het eerste zoo nadeelig werkt op hen die er zich aan onderwerpen en omdat van het tweede, indien er iets waars aan was, zeker niet op zoo onverantwoordelijke en lichtvaardige wijze gebruik zou mogen worden gemaakt als vele, zelfs anders ernstige menschen nu doen. Men wil toch van de dooden, ook van hen voor wie men de meeste piëteit behoorde te gevoelen, vergen wat men nauwelijks van levenden zou durven vragen. Zoo kantte hij zich meermalen tegen misbruiken en bijgeloof. Hij verviel hierbij niet in de fout van zoovele natuuronderzoekers die, hoe nauwkeurig en voorzichtig ook in het beoordeelen van natuurwaarheden, te lichtvaardig oordeelen over de uitkomsten tot welke zoovele edele en diepzinnige denkers uit de waarneming van de verschijnselen op geestelijk gebied gekomen waren. Hij meende zijne landgenooten te moeten opwekken tot onbevooroordeeld onderzoek naar alle zijden, gedachtig aan het bekende woord van Göthe.
Die wereldbeschouwing verlevendigde in hem zelven liefde voor de waarheid en voor plichtsbetrachting, plichtsbetrachting jegens zijn huisgenooten en jegens de maatschappij. Hoewel gezellig van aard en vriendelijk voor ieder die hem bezocht, ging hij weinig bij anderen uit maar leefde hij met de zijnen. Wij spraken reeds van zijn gelukkig huwelijk. Twee zoons en twee dochters werden uit dien echt geboren en vermeerderden zijn geluk. Behalve door andere nuttige uitspanningen werd ook door de muziek een aangename afwisseling en verpoozing bezorgd. De oudste dochter met hare schoone altstem vervroolijkte met de anderen het huis, en muziekavonden met enkele vrienden
[p. 173]
1882.
P. Brief aan H. Milne Edwards over het gevaar eener hypno-
tische behandeling van menschen. (123)
Den 27en Februari 1812 werd Harting te Rotterdam geboren, de oudste der Hoogleeraren welke Utrecht aan die stad binnen tien jaren tijds te danken had. Met Loncq, Van Oosterzee en Opzoomer was hij een sieraad der Utrechtsche Hoogeschool en deed hij de Wis- en Natuurkundige Faculteit, gelijk, Loncq de Medische, Van Oosterzee, de gevierde kanselredenaar, de Theologische, en Opzoomer de letterkundige en rechtsgeleerde Faculteit binnen en buiten 's lands met eere noemen.
Hij was aanvankelijk voor den koopmansstand bestemd, maar toen hij nog slechts zeven jaren oud zijnen vader Dirk Harting verloor, vestigde zijne moeder Jeannette Blijdensteyn zich in Utrecht waar hare familie woonde. Aan onderwijs en ontwikkeling werd veel zorg gewijd. Langzamerhand kwam het eerst opgevat plan van bestemming op den achtergrond, want weldra bleken de zonen zulke vorderingen op de lagere scholen te maken, dat de verstandige moeder er toe besloot onzen Harting en zijn broeder Dirk Harting, wier wenschen het meest op weten-
……………………………………DBNL: Zijne wereldbeschouwing was vrij van elk kerkelijk dogma, maar misschien te veel alleen op natuurwetten steunende, voor zoover wij die uit de stoffelijke verschijnselen kennen. Hoe licht is niet de beoefenaar der natuurwetenschappen, gewoon de naar de uitspraken der rede getrokken gevolgtrekkingen bewaarheid te zien, ook geneigd het rechtsgebied der natuur te ver uit te breiden. Hij ontwikkelde die beschouwing in eenige opstellen: Wetenschap en geloof
[p. 172]
115, 122 meer opzettelijk, terwijl vele andere van zijne geschriften denzelfden geest ademden. Wel mocht ook in dezen tijd nog eens zijne verhandeling over het Hypnotisme en Spiritisme 123, 175 herlezen en behartigd worden, omdat het eerste zoo nadeelig werkt op hen die er zich aan onderwerpen en omdat van het tweede, indien er iets waars aan was, zeker niet op zoo onverantwoordelijke en lichtvaardige wijze gebruik zou mogen worden gemaakt als vele, zelfs anders ernstige menschen nu doen. Men wil toch van de dooden, ook van hen voor wie men de meeste piëteit behoorde te gevoelen, vergen wat men nauwelijks van levenden zou durven vragen. Zoo kantte hij zich meermalen tegen misbruiken en bijgeloof. Hij verviel hierbij niet in de fout van zoovele natuuronderzoekers die, hoe nauwkeurig en voorzichtig ook in het beoordeelen van natuurwaarheden, te lichtvaardig oordeelen over de uitkomsten tot welke zoovele edele en diepzinnige denkers uit de waarneming van de verschijnselen op geestelijk gebied gekomen waren. Hij meende zijne landgenooten te moeten opwekken tot onbevooroordeeld onderzoek naar alle zijden, gedachtig aan het bekende woord van Göthe.
Die wereldbeschouwing verlevendigde in hem zelven liefde voor de waarheid en voor plichtsbetrachting, plichtsbetrachting jegens zijn huisgenooten en jegens de maatschappij. Hoewel gezellig van aard en vriendelijk voor ieder die hem bezocht, ging hij weinig bij anderen uit maar leefde hij met de zijnen. Wij spraken reeds van zijn gelukkig huwelijk. Twee zoons en twee dochters werden uit dien echt geboren en vermeerderden zijn geluk. Behalve door andere nuttige uitspanningen werd ook door de muziek een aangename afwisseling en verpoozing bezorgd. De oudste dochter met hare schoone altstem vervroolijkte met de anderen het huis, en muziekavonden met enkele vrienden
[p. 173]
1882.
P. Brief aan H. Milne Edwards over het gevaar eener hypno-
tische behandeling van menschen. (123)
0 Comments:
Post a Comment
<< Home